Voorzijde: Boog met links daarvan stekelharen met bolletjes op de uiteinden, vier horizontale strepen met daaronder een kruis en een liggende V voor de boog. Tussen boog en strepen vier bolletjes. In de boog een bolletje.
Keerzijde: Gepareld vierkant, ring in het midden. Daaromheen een kruis, twee halve cirkels met aan het uiteinde een bolletje en een groepje van twee halve cirkels ineengestrengeld met daartussen twee stippen.
Herkomst: Domburg (en/of Dorestad).
W. Op den Velde en C.J.F. Klaassen, Sceattas and Merovingian deniers from Domburg and Westenschouwen, Middelburg 2004, pl. 22, 593
W. Op den Velde en D.M. Metcalf, A Study of the 'Porcupine' Sceattas of Series E, Volume I, Jaarboek voor Munt- en Penningkunde 2009
W. Op den Velde en D.M. Metcalf, A Study of the 'Porcupine' Sceattas of Series E, Volume II, Jaarboek voor Munt- en Penningkunde 2010