Voorzijde: Boog met links daarvan stekelharen, drie horizontale strepen voor de boog. De boog is omgeven door een parelrand.
Keerzijde: Gepareld vierkant, ring in het midden. Daaromheen drie strepen en twee bolletjes. Buiten het vierkant onderin drie verticale strepen, links een boogje.
Herkomst: Domburg (en/of Dorestad).
Archief 1924, XVI
W. Op den Velde en C.J.F. Klaassen, Sceattas and Merovingian deniers from Domburg and Westenschouwen, Middelburg 2004, pl. 26, 718
W. Op den Velde en D.M. Metcalf, A Study of the ‘Porcupine' Sceattas of Series E, Volume I, Jaarboek voor Munt- en Penningkunde 2009
W. Op den Velde en D.M. Metcalf, A Study of the ‘Porcupine' Sceattas of Series E, Volume II, Jaarboek voor Munt- en Penningkunde 2010