Voorzijde: Boog met links daarvan stekelharen, vier horizontale strepen en daaronder een punt voor de boog. In de boog een stip.
Keerzijde: Gepareld vierkant, ring in het midden. Daaromheen bovenin twee haken, onderin liggende strepen. Buiten het vierkant twee V-vormen.
Herkomst: Domburg (en/of Dorestad).
Archief 1917, XI nr. 10
W. Op den Velde en C.J.F. Klaassen, Sceattas and Merovingian deniers from Domburg and Westenschouwen, Middelburg 2004, pl. 23, 624
W. Op den Velde en D.M. Metcalf, A Study of the ‘Porcupine' Sceattas of Series E, Volume I, Jaarboek voor Munt- en Penningkunde 2009
W. Op den Velde en D.M. Metcalf, A Study of the ‘Porcupine' Sceattas of Series E, Volume II, Jaarboek voor Munt- en Penningkunde 2010