Voorzijde: Boog met links daarvan stekelharen, rechts daarvan een parelrand. In het veld rechts daarvan stippen in plaats van de gebruikelijke streepjes.
Keerzijde: Gepareld vierkant, ring in het midden. Daaromheen een T, twee haken en een kruisje.
Herkomst: Domburg (en/of Dorestad).
Archief 1920, XXI
W. Op den Velde en C.J.F. Klaassen, Sceattas and Merovingian deniers from Domburg and Westenschouwen, Middelburg 2004, pl. 23, 625
W. Op den Velde en D.M. Metcalf, A Study of the ‘Porcupine' Sceattas of Series E, Volume I, Jaarboek voor Munt- en Penningkunde 2009
W. Op den Velde en D.M. Metcalf, A Study of the ‘Porcupine' Sceattas of Series E, Volume II, Jaarboek voor Munt- en Penningkunde 2010