Voorzijde: Boog met links daarvan stekelharen, drie horizontale strepen voor de boog, de bovenste daarmee verbonden.
Keerzijde: Gepareld vierkant, ring in het midden. Vanuit de hoeken van het vierkant schuine strepen richting het midden, aan het uiteinde een punt. Daartussen punten.
Herkomst: Domburg (en/of Dorestad).
W. Op den Velde en C.J.F. Klaassen, Sceattas and Merovingian deniers from Domburg and Westenschouwen, Middelburg 2004, pl. 22, 599
W. Op den Velde en D.M. Metcalf, A Study of the 'Porcupine' Sceattas of Series E, Volume I, Jaarboek voor Munt- en Penningkunde 2009
W. Op den Velde en D.M. Metcalf, A Study of the 'Porcupine' Sceattas of Series E, Volume II, Jaarboek voor Munt- en Penningkunde 2010