Voorzijde: Boog met links daarvan stekelharen, vier horizontale strepen voor de boog, de bovenste vast aan de boog. Rechtsboven de boog vijf stippen. Voor de strepen een haak.
Keerzijde: Gepareld vierkant, ring in het midden. Daaromheen een V, een haak, twee strepen en losse stippen. In de tekens kan VICO worden gelezen, wat ook wel op Merovingische munten voorkomt.
Herkomst: Domburg (en/of Dorestad).
Deze munt werd gevonden door H.J. Boogaert op het strand van Domburg en is afgebeeld in zijn fotoboek [ZN06] op bladzijde 3 nr 9.
Archief 1949, XI
W. Op den Velde en C.J.F. Klaassen, Sceattas and Merovingian deniers from Domburg and Westenschouwen, Middelburg 2004, pl. 15, 409
W. Op den Velde en D.M. Metcalf, A Study of the 'Porcupine' Sceattas of Series E, Volume I, Jaarboek voor Munt- en Penningkunde 2009
W. Op den Velde en D.M. Metcalf, A Study of the 'Porcupine' Sceattas of Series E, Volume II, Jaarboek voor Munt- en Penningkunde 2010