Voorzijde: Twee aanziende hoofden met lang gevoet kruis daartussen.
Keerzijde: Vogel.
Herkomst: Waarschijnlijk eigentijdse Friese imitatie van munt uit Northumbria.
Afgebeeld in de verhandeling van C.A. Rethaan Macaré gepubliceerd in Archief 1856, plaat III nr. 7.
Archief 1856, II
W. Op den Velde & C.J.F. Klaassen, Sceattas and Merovingian deniers from Domburg and Westenschouwen, Middelburg 2004, pl. 2, 33