Voorzijde: Grieks kruis, waarvan de dwarslijn aan de rechterkant rechthoekig naar beneden is omgebogen. Omgeven door een doornenkrans, met drie naar binnen springende nagels.
Keerzijde: Ruwe tekening van een hoofd bestaande uit stippen, onderaan een kruisje.
Gevonden te Dronrijp, plaat B nr 17 (vlgns. catalogus M. de Man 1907).
Volgens C.A. Rethaan Macaré moet de munt worden toegeschreven aan koning Harald VI van Denemarken. In zijn verhandeling afgebeeld op plaat III nr. 70.