Voorzijde: Gehelmd borstbeeld naar rechts. Daaromheen VICOS AИTIREMI. (Reims: Bourg-Saint-Remi (Marne)).
Keerzijde: In het veld AR, daaronder een dwarsstreep. Tussen twee parelranden de naam van de muntmeester PETTO MOИE PRI (Petto Monetarius Primus).
Afgebeeld in de verhandeling van C.A. Rethaan Macaré, plaat I nr. 18.
A. De Belfort, Description générale des monnaies mérovingiennes par ordre alphabétique des ateliers dl. III, Parijs 1893, 174 nr. 3976
C.A. Rethaan Macaré, Verhandeling over de bij Domburg gevondene Romeinsche, Frankische, Brittannische, Noordsche en andere munten: voorgedragen in het perpetueel committé van het Zeeuwsch Genootschap der wetenschappen, den 9 october 1837, Middelburg 1838 (Overdruk KZGW 1992)
Archief 1856, 30
A.H.G. Fokker, Catalogus der Penningen en Munten in het kabinet van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, Middelburg 1869, 61 nr. 437
M.G.A. de Man, Catalogus der numismatische verzameling van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, Middelburg 1907, 226