Geschonken samen met drie lange buizen, die helaas verdwenen zijn. Lange tijd aangezien voor de oudste verrekijkers ter wereld. Het voorwerp is het restant van een verrekijker bestaande uit drie delen. Dit oculair is rond 1877 tentoongesteld in Delft, 'ter gelegenheid van de feestviering ter gedachtenis van Anthony van Leeuwenhoek' en is later 'tot gelijk doeleinde toegezonden aan het bestuur over het South Kensington Museum te Londen'.
Over de uitvinder van de verrekijker - Zacharias Jansen of Hans Lipperhey - is lange tijd gediscussieerd. Tegenwoordig schrijft men de uitvinding op naam van Lipperhey.
ZI-IV-0472; Hs 3675; Hs 3676; Hs 3688; Hs 3953; Hs 3977; Hs 1689; Hs 2862; Hs 2863; Hs 1110; Hs 211; Hs 212; Hs 213; Hs 214; Hs 256; Hs 257; Hs 109; Hs 167; Hs 168; Hs 260; Hs 235; Hs 248; Hs 249; Archief KZGW, inv.nr. 68, scan 255-264; GM1879
Archief KZGW, inv.nr. 154 scan 28 (nr. 212); Archief KZGW, inv.nr. 66 scan 175;
Archief 1884, Naamlijst Geschiedkundige en Ethnographische voorwerpen, nr. 5
Archief 1869, 51; Archief 2007, 5-59 en 60-103
Archief 1907, XV
Catalogus der oud- en zeldzaamheden, Middelburg 1869 nr. 46
K. van Berkel, ‘Seecker instrument om verre te sien’. Rondom de geboorteakte van de telescoop. In: S.C. Derks (red.), Nederland in de wereld, Den Haag/Amsterdam 2002