Dossier: Op het verkeerde been gezet
De verrassende ontdekkingen aan de hemel die Galileo Galilei in 1610 in zijn Siderius Nuncius bekendmaakte, hebben de geleerden van zijn tijd fors aan het denken gezet. Daarmee was de verrekijker op de kaart gezet als het eerste natuurfilosofische instrument van de zeventiende eeuw. Dankzij vergelijkbare filosofische instrumenten, waaronder de later ontstane micro-, baro- en thermoscoop, zou de visie op de natuur in die eeuw spectaculair veranderen.
De allereerste verrekijker is in september 1608 gepresenteerd tijdens een vredesconferentie in Den Haag. De Middelburgse brillenmaker Hans Lipperhey toonde aan prins Maurits van Nassau een buis met een holle en een bolle lens. In die tijd kon een lenzenslijper zijn glazen alleen in het midden de juiste vorm geven. Daardoor leverde een kijker uitsluitend een scherp beeld wanneer de voorste lens werd afgestopt met een diafragma. In feite moet vooral dit diafragma Lipperheys ontdekking geweest zijn. Hij kon daarmee een vermoedelijk al aanwezig speeltje omvormen tot een bruikbaar instrument.
Jaren later vocht de Middelburgse lenzenslijper Johannes Sachariassen de prioriteit van de uitvinding aan. Niet Lipperhey, maar zijn overleden vader – Zacharias Jansen – zou de vondst hebben gedaan. Sachariassens – inmiddels als vals ontmaskerde – getuigenis werd tot ver in de twintigste eeuw geloofd. De opwinding was dan ook groot toen het Zeeuws Genootschap in 1866 een aantal blikken buizen gelegateerd kreeg met de mededeling dat volgens een familieoverlevering deze de ‘vrucht waren van de allereerste uitvinding der verrekijkers door Zacharias Jansen’.
Het bleek te gaan om drie buizen met bijbehorende lenzen, welke kort hierna werden onderzocht door de Utrechtse hoogleraar Pieter Harting. Deze verklaarde al snel dat de weinig sierlijke buizen van een ‘hoge ouderdom’ moesten zijn en dat het inderdaad viel aan te nemen dat ze uit de werkplaats van Jansen waren gekomen. Harting concludeerde echter (abusievelijk) dat het kleinste onderdeel geen verrekijker, maar een microscoop moest zijn. Dit ondanks het feit dat de gecombineerde buizen wel degelijk als telescoop fungeerden.
De kortste buis werd hierdoor plots de oudste microscoop ter wereld en Zacharias Jansen zijn uitvinder. Als zodanig is het object meermalen tentoongesteld op diverse exposities in binnen- en buitenland. Slechts deze korte buis heeft het bombardement van 1940 overleefd. Het object wordt tegenwoordig geduid als een (zeldzaam) zeventiende-eeuws verrekijkeroculair. Als zodanig is het nu een materiële getuigenis van een boeiend stuk wetenschapsgeschiedenis.
Huib Zuidervaart
Literatuur:
Harting, Oude optische werktuigen, toegeschreven aan Zacharias Janssen, en eene beroemde lens van Christiaan Huygens teruggevonden. In: Album der Natuur, (1867) 257-281
H.J. Zuidervaart en L. Nellissen, De echte uitvinder van de verrekijker. In: Archief 2007, 1-103
Eerder gepubliceerd in Bulletin NVOX 2019