Inscriptie: DEAE / BVRORI/NE QVOD/ VOTVM F/ECIT / L(?)AET(?)/VS PRO SE/ ET SVIS L M
In 1756 door Didericus van Cruisselbergen ontdekt in de gevel van een huis tegenover de kerk in Domburg, vervolgens verkocht aan Leonard Ferleman. Na diens dood in 1794 openbaar geveild en verworven door Nicolaas Lambrechtsen. Letters vermoedelijk later ingekleurd met oker over rood.
In 1801 werd door het Zeeuws Genootschap een prijsvraag over de godin Burorina uitgeschreven, zie hiervoor Archief 2002.
Naamlijst Steenen Kamer nr. 35.
Hs 2699; Hs 2700; Hs 2701; Hs 2702; Hs 2703; Hs 2704; Hs 2705; Hs 2707; Archief KZGW, inv.nr. 7 scan 139-140
Archief KZGW, inv.nr. 7 scan 141-153; Archief KZGW, inv.nr. 134 scan 8; Archief KZGW, inv.nr. 139 scan 10
Archief KZGW, inv.nr. 154 scan 7 (nr. 31)
Hs 2709; Hs 1672; Hs 4704; Hs 570; Hs 572; Hs 5108; Hs 5245; Hs 5109
H. Cannegieter, De gemma Bentinckiana item de Iside ad Turnacum inventa nec non de dea Burorina, Trajecti ad Rhenum, 1764, 39 e.v.
Verhandelingen, II (1771) 47-49
Nieuwe Verhandelingen I (1807) 254-278
L.J.F. Janssen, De Romeinsche beelden en gedenksteenen van Zeeland, Nieuwe Werken II, Middelburg 1845, 85-89 nr. 36
Catalogus der oud- en zeldzaamheden, Middelburg 1869 nr. 18
Archief 1884, Naamlijst Steenen Kamer nr. 35
F. Nagtglas, Levensberichten van Zeeuwen, dl. I, Middelburg 1890, 213
A. Hondius-Crone, The Temple of Nehalennia at Domburg, Amsterdam 1955, 88 nr. 38
Archief 2002, 135-136
P. Stuart, Nehalennia van Domburg. Geschiedenis van de stenen monumenten, dl. 1, Utrecht 2013, 103 nr. 39
K. Heyning en A. Feldbrugge, Steenrijk Domburg. De lotgevallen van de stenen uit de Nehalenniatempel, Middelburg 2023, cat.nr. 1