Na afloop van de grote klederdrachtententoonstelling in 1913 in de Middelburgse Abdij werden de dertien daar getoonde poppen door het bestuur van de Vereniging tot Bevordering van Vreemdelingenverkeer in Walcheren aan het Zeeuws Genootschap geschonken. De poppen werden geplaatst in de 'boven middenkamer achter' in het museum in de Wagenaarstraat.