Het genootschap ontving tussen 1775 en 1788 drie rhinoceroshoorns van respectievelijk Maarten Haringman (1775) en Adriaan Moens (1788, 2 exemplaren). Wie welk exemplaar schonk, is niet meer te achterhalen.
Archief KZGW, inv.nr. 133 scan 8; Archief KZGW, inv.nr. 133 scan 11; Archief KZGW, inv.nr. 133 scan 12; Archief KZGW, inv.nr. 4 scan 173; Archief KZGW, inv.nr. 6 scan 9; Archief KZGW, inv.nr. 6 scan 28; Archief KZGW, inv.nr. 59 scan 244; Archief KZGW, inv.nr. 233 scan 84