Fragment van een denier.
Voorzijde: PIPI , waarboven een kruisje.
Keerzijde: R (F). Twee stippen voor de R. Tussen de letters een cirkeltje, waarin een T.
P.O. van der Chijs, De Munten der Frankische en Duitsch-Nederlandsche vorsten, Haarlem 1866
H.H. Völcker, Karolingische Münzfunde der Frühzeit (751-800), Göttingen 1965, 131 nr. II,20