Voorzijde: || PIPI. Kruisje boven de letters, francisca (strijdbijl) onderaan. Punt boven de l l en tussen de eerste PI. Parelrand.
Keerzijde: RP aaneen, monogram voor Pipinus Rex. Boven in het veld een T, waaronder een punt. Onderaan drie bolletjes met lange steel. Parelrand
Vermoedelijk staat de letter T op de keerzijde voor TRIECTUM (Maastricht) (zie Revue Belge de Numismatique 1893).
Afgebeeld in de verhandeling van C.A. Rethaan Macaré plaat III nr. 59.
C.A. Rethaan Macaré, Verhandeling over de bij Domburg gevondene Romeinsche, Frankische, Brittannische, Noordsche en andere munten: voorgedragen in het perpetueel committé van het Zeeuws Genootschap der wetenschappen, den 9 october 1837, Middelburg 1838 (Overdruk KZGW 1992)
P.O. van der Chijs, De Munten der Frankische en Duitsch-Nederlandsche vorsten, Haarlem 1866, pl. IX, 2
Revue Belge de Numismatique, Bruxelles 1893, 311
L. van der Tuuk, Dorestad onthuld, Muntslag (https://www.dorestadonthuld.nl/B5.html)
H.H. Völcker, Karolingische Münzfunde der Frühzeit (751-800), Göttingen 1965, 129 nr. II,9