Dossier: Zeeonderzoek vanuit een houten keet

In de negentiende eeuw begon het systematisch onderzoek van de zee. Enerzijds van de volle zee en de diepzee, anderzijds van de kustwateren. Onderzoek van de volle zee was kostbaar, onderzoek van de kustwateren goedkoper en eenvoudiger te organiseren. Zo kon kennis verzameld worden over het zeewater en over planten en dieren die aan de kust of vlak voor de kust voorkwamen. In Napels kwam een onderzoeksinstituut tot stand in 1872 en ook in Bretagne (Roscoff) kwam er een in dat jaar. Onderzoekers, vaak aan universiteiten verbonden, konden er een tijd onderzoek doen. Er kwamen er langs alle kusten: in Schotland, in Engeland, in Noorwegen en ook in België. En in Nederland? Tja, dat ging anders.

onderzoekkeet-NDVDe Nederlandse Dierkundige Vereniging wilde ook wel ergens een Zoölogisch Station vestigen, maar waar zou het moeten komen en hoe zat het met het geld? Er werd in 1875 een commissie ingesteld en die rapporteerde al binnen drie maanden. Er waren diverse plaatsen onderzocht, de beste leek Den Helder. Het voorstel was een demontabele loods te kopen die dan op diverse plaatsen aan de kust opgesteld zou kunnen worden. Er moest wat meubilair aangeschaft worden en wat instrumenten en voor 2500 gulden zou alles tot stand gebracht kunnen worden. Aldus werd besloten.

Dat geld moest bijeengebracht worden. Uit heel het land kwamen giften binnen, meer dan voldoende. Ook het Zeeuwsch Genootschap en de conservatoren dr. Y. Keyzer en dr. J.C. de Man schonken geld. Het gebouwtje werd besteld en in de zomer van 1876 in Den Helder geplaatst. Het bleef er acht weken staan. Na de zomer werd de loods afgebroken en opgeslagen.

Fotocollectie Vlissingen 22294In de zomer van 1877 stond de loods in Vlissingen in de nabijheid van het Meteorologisch Observatorium en de monding van de buitenhaven. Uit het jaarverslag blijkt dat de keet op 8 juni via de spoorlijn op een open veewagen naar Vlissingen was vervoerd. De 18e juni was hij klaar voor gebruik. Doel was onder andere het microscopisch onderzoeken van de weekdieren die aan de Zeeuwse kust voorkwamen. Men verzamelde vanuit roeibootjes met sleepnetten waarbij vooral veel kwallen werden opgehaald, maar kreeg gedurende veertien dagen ook de beschikking over een ijzeren loodsschoener, de ‘Vlissingen No 10’ voor een verzameltocht op de Noordzee. Op maandag 2 juli vertrokken vijf leden van de Nederlandsche Dierkundige Vereeniging hiermee uit Vlissingen. In eerste instantie werd langs de Zeeuwse en Belgische kust gekruist, vervolgens stak men met een gunstige wind de Noordzee over tot voor de Engelse kustplaats Yarmouth. Vandaar werd koers gezet naar het Nieuwediep, waar men donderdag aankwam. De tocht was toen al een succes, veertien dreggingen hadden de nodige resultaten opgebracht. De resterende tijd werd besteed aan onderzoeken benoorden de Hollandse en Friese eilanden. Een kaart bij het jaarverslag toont de route die via de Engelse kust tot Helgoland en terug liep.

Vistocht Noordzee vanuit VlissingenIn de wetenschappelijke vergadering van de Nederlandsche Dierkundige Vereeniging op 14 juli 1877 verzocht dr. J.C. de Man ‘voor het Zeeuwsch Genootschap doubletten te mogen ontvangen van hetgeen in dezen zomer op de excursies vanwege het Zoölogisch Station zal worden verzameld’. Dat werd goedgevonden. De schenking kwam in twee delen. Op 4 februari 1878 meldde De Man het bestuur dat voorzitter dr. P.P.C. Hoek hem de tweede reeks grootendeels bestaand uit crustacea en mollusca die op de Schelde of in de nabijheid van de Walcherse kust gevangen waren, had overhandigd.

In de catalogus van de alcoholcollectie uit 1879 staan in totaal 21 objecten met vermelding: Zoölogisch Station. Er zijn er - voor zover na te gaan - nu nog zes: een ruig krabbetje, een porseleinkrabbetje (NHG98-058), een hooiwagenkrab (NHG98-127), een spinkrab (NHG98-087), een krabbenzakje (een parasiet op een strandkrab, NHG98-043) en een soort spons (NHG98-057). Allemaal voorwerpen waar dus een bijzonder verhaal bij hoort.

Gerard Heerebout

Literatuur:
Tweede jaarverslag omtrent het Zoölogisch Station der Nederlandsche Dierkundige Vereeniging, gepresenteerd 25 november 1877 https://www.narcis.nl/publication/RecordID/oai%3Aimis.nioz.nl%3A309867
A. Dral, De geschiedenis van het Zoölogisch Station der Nederlandse Dierkundige Vereniging 1876-1845, NIOZ Rapport 1998-7
Middelburgsche Courant 9 juli 1877

 

Gerelateerd

Spinkrab, Hyas araneus

NHG98-087

Sponzen op liquor

NHG98-057

Porseleinkrabje

NHG98-058

Hooiwagenkrab

NHG98-127

Krabbenzakje

NHG98-043

Gerelateerd

Jan Cornelis de Man

G1614

IJsbrand Keyzer

ZI-IV-0154-71

Gerelateerde dossiers

Een wespennest uit Westkapelle

Zeewater in Middelburg

De Chinese wolhandkrab, nieuw voor Zeeland in 1934

Dijken en dammen

Zeeuwse slangen

Een verdwenen onderwaterwereld