Dossier: Bescheiden kasteelvrouwe
Anna Sara Boudaen (Middelburg 1718-1781)
Een modieuze rijke bruid, een liefhebbende echtgenote en moeder, een gelovige vrouw; hierin was zij niet uniek, maar mevrouw Van Citters had als eigenaresse van het kasteel Popkensburg en ambachtsvrouwe van Sint Laurens meer rechten dan de gemiddelde vrouw in haar tijd.
Anna Sara wordt eind januari 1718 geboren als enig kind van Abraham Boudaen en Jacoba Maria Sandra. Hierdoor vindt zij in haar stamboom naast Boudaen en Sandra nog meer klinkende namen zoals Courten, Fourmenois, Del Prado en Pellicorne - stuk voor stuk vermogende koopmansfamilies die ooit om het geloof naar de Nederlanden waren uitgeweken. Vader Abraham lijkt geen man van onnodige risico's, hij balanceert tussen regent en koopman en kan zich daarnaast profileren als ambachtsheer van Schellach. Dit welvarende bestaan wordt in 1723 bruusk verstoord door het overlijden van zijn vrouw in het kraambed. Abraham blijft met zijn vijfjarig dochtertje Anna Sara achter en wacht niet lang met hertrouwen (1724). Anna Sara's stiefmoeder is een tante uit de familie Hurgronje. Van de drie halfbroers die zij nog krijgt, wordt de jongste een jaar voor haar eigen huwelijk geboren.
Ondanks een met goud en diamanten overladen juwelenkistje is Anna Sara geen uitzonderlijk gefortuneerde partij. Als enig kind van haar reeds overleden moeder beschikt ze over een bruidsschat van 65.000 gulden. Haar persoonlijk jaarlijks inkomen van 1.100 gulden is een prima basis - en ook haar aanstaande, Jacob van Citters, is niet onbemiddeld. Het jonge paar verkeert echter al direct in de hoogste kringen en dat vereist nogal wat van de financiën. Haar vader verzekert hen van een extra jaarlijkse toelage voor het huishouden. Het is een gift, zo stelt het huwelijkscontract expliciet, want het zal niet beschouwd worden als een voorschot op haar erfenis. Ook haar stiefmoeder ondertekent het voor akkoord om latere discussies te voorkomen. Het huwelijk wordt begin mei 1736 voltrokken in de Oude Kerk in Middelburg en wel door een familievriend, de predikant Henricus de Freijn.
Dat welvarende huishouden zal de jonge mevrouw Van Citters het meest voeren in een voornaam huis in de stad Middelburg, waar ze tussen 1737 en 1754 zeker tien kinderen ter wereld brengt. Slechts vier van hen bereiken de volwassen leeftijd, hoewel dochter Jacoba Maria slechts zeventien jaar is wanneer zij in de vroege zomer van 1763 aan een borstziekte bezwijkt. De zomers brengt het gezin Van Citters door op de fraaie buitenplaats Brakenburg nabij Arnemuiden, die Anna Sara in 1745 van haar vader erft. De familie geniet in elk geval van het buitenleven; zo maakt het echtpaar in de zomer van 1760 met de kinderen en klein gezelschap een reis met een zeiljacht, over de rivieren afzakkend naar Gelderland en terug over de Zeeuwse wateren met een omweg; hierbij doen ze menigmaal steden aan, bezoeken verwanten en horen her en der een preek aan.
Waar haar bruidsportret een modieuze jonge vrouw in kleurrijk satijn en diamanten toont, is dit op haar latere portret anders. Inmiddels is Anna Sara de veertig gepasseerd. Op het eerste oog zien we een zedig portret, zonder ook maar het minste spoor van juwelen, maar dan vallen de details van een overdaad aan kantwerk op. Dit is de ingetogen rijkdom die past bij de elite van meer bevindelijke huize. Het is een relatief kleine maar wel prominente groep in het regentenpatriciaat dat zich doorgaans heel wat wufter uitdost voor portretten. Waarschijnlijk heeft het echtpaar Van Citters de portretten laten maken in de vroege jaren zestig. Een manifestatie van zowel hun nieuw verkregen status als van hun bevindelijke levenswijze.
Die nieuw verkregen status kwam onverwacht en door een opmerkelijke situatie. Sinds ruim een eeuw zijn het kasteel Popkensburg en de naastgelegen ambachtsheerlijkheid Sint Laurens in familiebezit. Anna Sara's vader had er als jongste zoon geen kans op gemaakt en kreeg het kleinere Schellach toebedeeld, dat uiteindelijk zou gaan naar haar jongere halfbroer Jan Boudaen. Echter, in 1762 wil een nicht Godin, die het kasteel en de heerlijkheid bij erfenis heeft verkregen, deze verkopen aan een verwant buiten de directe familie. Anna Sara's echtgenoot Jacob van Citters, zeer goed op de hoogte van het recht, doet namens haar een beroep op het naastingsrecht. Dit middeleeuwse recht van overname van gesloten koop op voorrang van bloedverwantschap, wordt ook dan al niet vaak meer gehanteerd maar is valide. Als kleindochter en nicht van vorige eigenaren haalt Anna Sara (zonder strijd) haar naastingsrecht en zal voortaan gelden als de kasteel- en ambachtsvrouwe. Haar weduwnaar zal haar later opvolgen, maar tot die tijd is hij slechts heer op het recht van zijn vrouw. Hoewel de fundering in wonderlijk goede staat verkeert voor een oud kasteel, laten zij in de volgende jaren vele werkzaamheden uitvoeren aan de gebouwen en het park; en ook het welzijn van hun heerlijkheid en de inwoners gaat hen aan het hart. Het echtpaar Van Citters besluit de buitenplaats Brakenburg nabij Arnemuiden te verkopen aan een nicht. Voortaan nemen zij ’s zomers hun intrek op het veel voornamere kasteel Popkensburg - letterlijk in hun eigen heerlijkheid. Het heeft twintig jaar mogen duren.
In de late dagen van december 1780 wordt Anna Sara bedlegerig. Haar drieënzestigste verjaardag zal ze zo doorbrengen, wellicht nog wat overeind en met bezoek van haar naasten, maar haar krachten nemen geleidelijk aan af. Op 8 februari 1781 wordt ze 'door een zachten dood (...) uit dit leven tot de eeuwigheid opgeroepen'. Haar man - met wie zij gedurende vijfenveertig jaar ‘het allergenoegelijkste en gelukkigste huwelijk (…) gepaart met veele zegeningen en weldaden’ heeft gehad -, haar kinderen en familie nemen een week later afscheid met een begrafenis in de Oude Kerk in Middelburg.
Hoewel Anna Sara niet in de kerk van Sint Laurens werd begraven – wat niet ondenkbaar was geweest – werd daar een week later wel een rouwdienst gehouden door predikant Kampmeijer. Volgens de Middelburgse Courant is er voor de geliefde ambachtsvrouwe een grote menigte komen luisteren; Kampmeijer, hierdoor aangemoedigd, heeft daarna zijn preek van vijftien lange bladzijden willen publiceren. De familie Van Citters hield dit beslist tegen, het zou niet in de geest van de overledene zijn geweest. Bescheidenheid siert ook in de dood.
Jeroen-Martijn H. van Haart
https://kzgw.nl/nieuws/kasteel-popkensburg/
Bronnen:
J.M.A.T.F. H. van Haart, Zeeuwse Elite (onderzoeks-database)
Het Utrechts Archief, Familiearchief Des Tombe (diverse stukken)
I.H. Vogel-Wessels Boer, Popkensburg, Nehalennia nr. 152 (2006) 26-42