Dossier: Fietstocht in Zeeland

5 Juli 1901
Van Delft naar Rotterdam per fiets. Van Rotterdam naar ’t Zijpe op Schouwen per stoomboot – de tocht duurt lang (1 uur-1½ uur) maar biedt zóóveel afwisseling dat de tijd wel besteedt wordt.
Van ’t Zijpe langs Oosterland dat iets links blijft [marge: 126a] en over Nieuwerkerk naar Zierikzee. De weg is goed, ’t land ziet er goed uit en wijst op “welvaren”. – Even afgestapt in ‘t bondshotel Van Oppen – logies besproken. [marge: 128b] Verder naar Brouwershaven over Schuddebeurs – Schuddebeurs is bijzonder mooi, een klein streekje met mooi hout en eenige villa’s, die prettig teekenen tusschen ’t groen, de weg naar Brouwershaven gaat vóór een vrij groote villa links af, ’t loont de moeite eventjes door te fietsen, niet meer dan vijf minuten om ’t geheel even in oogenschouw te nemen – Verder langs Noordgouwe en Zonnemaire naar Brouwershaven. Br. heeft niet veel [2] aantrekkelijks – op de Markt staat een standbeeld van Vader Cats – nog staat er een gebouw met een interessante gevel – de stadswaag – “desalniettemin – en evenwel nogthans” heeft de plaats m.i. niet eens meer ’t aanzien van een gevallen grootheid – Afgestapt in het Bondshotel “Kloet”, waar voor de bondsprijs f 1,20 een slecht d.w.z. (z. handboekje) te krijgen was waarop wij ruim een uur moesten wachten. Wij verlieten Br. om + 7 uur, ’t was te laat om een groote toer door Schouwen te maken over Haemstede. Even westelijk van Br. reden wij de dijk op en vonden daar een houten bank – ’t uitzicht over de zeearm was zoo overweldigend mooi bij den schijn van de zon die reeds laag begon te staan, dat wij onwillekeurig bleven toekijken. De tocht ging toen verder gedeeltelijk over de kruin van de dijk waar de weg vrij lastig was, later langs den voet. Dat de zijwegen in Zeeland zeer veel langs de voet van de dijken liggen is zeer te betreuren; daardoor wordt [3] veelal een prachtig uitzicht gemist. Aangezien 't anders te laat zou worden ging de tocht terug naar Zierikzee [marge: 128d en 128a] over Elkerzee en Nieuwerkerke, dit deel van Schouwen is al bijzonder eentonig. – Blijkens informatie is ’t gedeelte in ’t westen van ’t eiland bij Renesse en Haemstede zeer mooi. –

6 Juli
De volgende morgen ging ’t van Zierikzee met de spoorboot naar Katsche Veer op Zuid-Beveland (tegenover Kats op Nd Beveland). [marge: 130a] Vandaar naar Wilhelminadorp, dan over de dijk langs Kattendijke dat daar beelderig tegen de dijk ligt, uit de verte een dorpje uit een bouwdoos [marge: 133b]; toen naar Wemeldinge – Zuid Beveland is een prachtig land – bouwland dat op ’t eerste oog reeds als vruchtbaar zich erkennen laat; flinke boerderijen, de menschen in hun eigenaardige kleederdracht zien er alle welvarend uit en zijn over ’t algemeen bijzonder beleefd – vooral de Zeeuwinnen die er met hun donkere kijkers en hun zeer [4] flatteerende costuumpjes alleraardigst uitzien. – ’t Geheele land is doorsneden door kolossale dijken, veelal met 4 tot 6 rijen boomen beplant – de wegen zijn er over ’t algemeen goed en veelal dijk op dijk af. – Hier zijn ook vaak de wegen op de dijken zelf, ’t geen een zeer prettig overzicht over ’t land geeft. Wemeldinge is een dorp zóó keurig en zoo bijzonder zindelijk gehouden als ik zelden zag. Daar waren zoo consequent alle menschen groote en kleine in de nationale kleederdracht. ’t Was Zaterdag, misschien dat daarom alles zoo kraaknetjes was – in ieder geval is ’t een plaatsje dat prettig aandoet. – Mijn ingenieurshart werd aangetrokken door ’t Kanaal van Wemeldinge naar Hansweert: even de sluiswerken gezien, en ’t plan gemaakt om langs ’t kanaal fietsende de boordvoorziening te bekijken, maar o wee! ook hier loopt de weg onder langs – ’t Was daarom misschien beter geweest verder langs den dijk naar Iersekendam [5] te rijden. – Iersekendam bereikten wij nu langs den straatweg van Goes – een prachtige klinkerweg; aan beide zijden een erg smal maar zeer prettig paadje van grint of vast zand. Iersekendam is ’t centrum van de oesterteelt – zeer veel is niet te zien van de broeiplaatsen van dit smakelijk crustaceën soort, maar genoeg om een goed denkbeeld te krijgen van de wijze waarop de beestjes “voor ’t grijpen” gehouden worden. – Van Iersekendam (10 u 45) langs den straatweg terug [marge: 133a] en door naar Kapelle, dan zuidwaarts naar Biezelinge [marge: 134] en verder in de richting van 's Gravenpolder dat links blijft [marge: 135], dan noordwaarts terug naar den straatweg naar Goes [marge: 131a]. De landstreek die wij nu doorreden is een bijzonder mooi type van vruchtbaar, druk bewoond land. Alle boerderijen hebben prachtige boomgaarden, veelal van kersenboomen. De kersentijd was in zijn begin. Behalve de menschen waren er andere tweebeenige [6] liefhebbers van kersen; werd ’t eerste soort door heggen, sloten, wettelijke voorschriften en andere geweldmiddelen uit den boomgaard gehouden, ’t andere soort vloog er lustig in en uit en moest langs zachteren weg door zang en andere muziek uit de boomen gehouden worden, overal waren er jongens en meisjes in de boomgaarden, schreeuwende en gillende en met groote ratels musiceerende om de snoeplustige musschen en andere vogels van de kersen af te houden. – Aanvankelijk leek ’t een allerpotsierlijkste vertooning, die schreeuwende jeugd onder de boomen te zien wandelen, de vertooning was echter algemeen en leidde dus spoedig tot de ontdekking van ’t doel.
Een zeer eigenaardig iets is de massa goud die Zeeuwinnen en Zeeuwen zelfs op hun daagsche pakjes dragen – een juwelier in Goes noemde ons prijzen die besteed worden aan een paar gouden knoopen voor manskielen [7] en gouden sloten voor vrouwen halssnoeren, f 80,- en f 100,- zijn daarvoor volstrekt geen hooge prijzen. – Een zeer typisch gezicht is een oud boertje met een heel vies jasje aan dat boven door twee keurige gouden knoopjes gesloten wordt gehouden.
In Goes werd gemiddagmaald – aankomst 1 u 15 – Goes zelf is een mooie plaats met een prachtig kerkgebouw dat onder meer eigenaardigheden er eene bezit van onvoltooid te zijn ten gevolge van een werkstaking een paar eeuwen geleden, de stakers uit Goes hebben hun fortuin elders gezocht, zijn naar ’s Bosch getogen en hebben daar de schitterende St Janskerk gebouwd; een bijzonder geschikte koster leidt daar rond, een man die goed op de hoogte, en niet vervelend is.
’t Teeken BAD in ’t handboekje stak mij de oogen uit allang vóór wij in Goes waren, na informatie bleek de inrichting te zijn in … ’t Ziekenhuis; ’t bad kon genoten worden warm en koud maar moest besteld worden, koud [8] nam + één uur tijd (mij nog een raadsel) warm veel meer. – ’t Bad zou er zijn en werd dan ook genoten koud, overheerlijk opfrisschend; de eetlust, opgewekt reeds door de rit, was nu buitengewoon ‘t d.m.w. in de “Zoutkeet” smaakte al was ’t niet buitengewoon, de wijn eveneens al was ook die niet bijzonder. Een flesch wijn voor 2 personen (geen drinkers van professie) bij een vrij kort maal verorberd, maakte dat de toch bijkans “dodelinant de la teste” werd voortgezet – ’t rijden, ’t meer dan schitterende weer en ’t zien van ’t prachtige land van Goes verdreef al spoedig de schadelijke alcoholdampen en verder ging ’t langs ’s Heer Hendrikskinderen en ’s Heer Arendskerke, later weer dijk op dijk af [marge: 133a] en over de groote Sloedam (een werk even belangrijk als een overbrugging) naar Arnemuiden. Dit een hoogst eigenaardig plaatsje met een zeer bijzonder ras van menschen als bevolking; de kleederdracht is anders en de aard moet [9] ook zeer verschillend zijn van die der gewone Zeeuwen. – De Arnemuidensche jeugd werd getrackteerd op hopjes – Rademakers Cacao dito’s – (ik rook niet dus ik “mag” snoepen) – die m.i. wel zijn te recommandeeren o.a. tegen …. de dorst; ’t klinkt wel zonderling aangezien ze zeer zeker dorst opwekken – maar ze houden lang tegen en zoolang ze duren wordt er geen dorst gevoeld, ’t is alleen de kwestie om ze niet aan te spreken voor de dorst hinderlijk wordt. –
Van Arnemuiden naar Middelburg in een wipje – de toren van Middelburg is zeer ver te zien – tevens ook die van Veere en ook van Vlissingen ja! in de buurt van ’t Sloe is ‘t geheele eiland Walcheren zoo wat te overzien – ’t Is waar ’t was in de dagen van de tocht bijzonder helder en daarbij is de uitgestrektheid van dit juweeltje van de Zeeuwsche eilanden ook niet groot (zooals meer met juwelen ’t geval pleegt te zijn!).
In Middelburg – aankomst 7 uur – werd [10] afgestapt in Hotel “Verseput” (naam van den eigenaar) – Lange Delft – flink hotel, zeer goed en niet te duur. – Na de inwendige mensch versterkt te hebben werd een wandeling door de stad gemaakt – de Abdij bezocht, ‘t Prins Hendrik dok – De stad op zich zelf vertoont veel mooie en antieke geveltjes en is hier en daar ook in de oudere gedeelten ruim aangelegd. Voor groote kunstliefhebbers is er zeer veel “binnenshuis” te zien in Musea en andere openbare gebouwen.

7 Juli
[marge: 138b] De volgende dag – Zondag – naar Veere langs de straatweg een keurig wandelpaadje dat ook voor fietsers welkom is, en waar ook de fietsers welkom zijn, maar waarop de wandelaars lang niet alle uit den weg gaan. In Veere is ’t stadhuis bijzonder mooi, een bezoek binnen is zeer aan te bevelen al was ’t alleen om de prachtige Maximiliaan-Beker: de Veldwachter tevens archivaris [11] (mooie studie kop voor een Germaan) legt op bijzonder prettige en kundige wijze uit. Aan den Waterkant twee ouderwetsche geveltjes “de Struijs” en “’t Lammetje”, - Van Veere over Vrouwenpolder naar de Oranjezon [marge: 140b en 139b] – een zeer geschikte uitspanning – landelijk, zeer prettig gelegen en uitnoodigend tot rusten. De weg daarheen en verder op naar Domburg gaat voor een deel over particulier terrein; op een enkele plaats langs een bordje met “verboden weg”; aangezien er geen of weinig wegwijzers staan is de weg niet gemakkelijk te vinden, maar schijnt toch in ieder geval toegankelijk te zijn. Bij informatie hier en daar werd nergens de toegang geweigerd , “woest doende” fietsers worden wel eens geweerd. –
In de buurt van Domburg zijn de zoogenaamde “Mantelingen” – boschjes ongeveer als de Scheveningsche – waaraan ’t bezoek zeer de moeite loont maar … zonder fiets – de wegen zijn er erg mul. – Voor ’t bezoek schijnt ’t vooraf nemen van een kaart te Domburg verplicht te zijn.
[12] Deze geheele landstreek is bijzonder mooi en vol afwisseling. – Domburg zelf valt als badplaats eenigszins tegen. – ’t Strand is erg klein en naar mij dunkt niet prettig voor een lang verblijf door zijn kleine afmetingen. In Domburg werd gegeten in Hotel de l’Europe (eigenaar zwager van Verseput) – duur en niet bijzonder goed, bediening overigens best.
Van Domburg af gaat een formeel “pad voor wielrijders” naar de Westkappelsche Zeedijk die ook voor andere dan ingenieurs oogen zeer belangrijk is – een formidabele zeewering, zeer aardig is ’t op een paal van de bovenste rij ’t spel van de golven in de paalverdediging waar te nemen. – Onze tocht over den dijk werd vooral opgeluisterd door buitengewoon helder weer – de kim op zee was op zijn scherpst afgeteekend tegen de lucht, van af de dijk was naar de andere zijde weer geheel Walcheren te zien. ’t Gezicht van den Vuurtoren moet naar ’t mij voorkomt buitengewoon mooi zijn (ik zelf heb ’t niet gezien).
[13] Van Westkappelle over Zoutelande, Biggekerke, Koudekerke naar Middelburg [marge: 139e] – de streek aanvankelijk eenigszins eentonig wordt vooral in de buurt van Koudekerke zeer afwisselend – mooie oude buitens, prachtig hout. Bij Middelburg, zonder om te kijken, onmiddellijk door naar Vlissingen [marge: 141a] dat zeer interessant is als stad, als zeehaven en als badplaats, de “zeeboulevard” is eenig – ’s avonds terug naar Middelburg. –
Walcheren is op deze wijze in één dag te zien. ’t Komt mij echter voor dat ’t eiland zeer waard is met meer attentie en meer in detail bezocht te worden. – Zoo moet een van de andere wegen naar Domburg over Grijpskerke of St Laurens (misschien wel beide) zeer mooi zijn – de afstanden op ’t eiland zijn niet groot zoodat de tochtjes weinig vermoeienis geven.

8 Juli
Maandag morgen naar Veere – ’t vertrek een half uurtje later als eerst afgesproken was. [marge: 132] Van Veere met een roeibootje naar Kampens [14] Nieuwland op Nd Beveland. Nd Beveland is lang niet zoo mooi als de Zuidelijke collega, toch zijn er prachtige boerderijen, de verharde wegen zijn voor wielrijders niet in de gewenschte richting gelegd – wij lieten ons verleiden een binnenweg te nemen die afsneed, ’t gevolg was dat ’t een groote omweg werd. Kolijnsplaat dat ’t doel van de tocht was (geboorteplaats van een kennis) werd in vliegende ren bezocht en ’t stuur gewend naar Kortgene van waaruit per boot Stavenisse op Tholen bereikt zou worden. – Bij aankomst aan de steiger te Kortgene hadden wij nog juist gelegenheid de boot in de verte te zien wegstoomen (’t half uurtje te laat van ’s ochtends!) Al rustende werd overlegd en raad ingewonnen van mede-gasten in de herberg bij den dijk. – een daar toevallig aanwezig dokter raadde aan naar den overkant te gaan en nog eens Zd Beveland te zien en van uit Iersekendam naar Tholen te zeilen. De goede raad werd dankbaar aanvaard, [15] een roeibootje bracht ons naar de overkant en voort [marge 130b] ging ’t weer dijk af dijk op over Oostkerke naar Goes. Ditmaal werd niet in de Zoutkeet gemiddagmaald maar daar tegenover op de Markt, ’t beviel daar, zonder wijn, veel beter dan in de “Z” met, ook de prijs was minder hoog. Ditmaal ging ’t geheel en al langs den straatweg naar Iersekendam – ook van Kloetinge naar Kapelle is daarna een mooi eind.
In Iersekendam werd gecontracteerd met een schippertje die ons naar Gorishoek zou brengen, [marge: 133a] ’t weer (nog altijd schitterend mooi) was zeer afwisselend van wind, de tocht duurde ongeveer een uur, maar was in één woord “verrukkelijk”. – Die afwisseling nu en dan van ’t toeren per fiets door een watertochtje is een van de groote aantrekkelijkheden, dunkt me, van een tocht in Zeeland. Onder een praatje over de oesterteelt en de “dijkvallen” (die angstige hebbelijkheid van de Zeeuwsche dijken om desnoods geheel onverwachts in de diepte weg te zinken) werd de overkant op aangenaame wijze [16] bereikt en ging ’t van Gorishoek over Scherpenisse en Poortvliet door mooi land [marge: 133a], ofschoon weer van gantsch anderen aard dan de rest in Zeeland naar Tholen, een eigenaardig ouderwetsch plaatsje – daar met ’t veer over naar Brabant. Aan de overkant wachtte een tram naar Bergen op Zoom. – De weg naar B. op Z. is een prachtige laan – in ‘t begin van de laan werd even ter zijde van de weg halt gehouden, even gerust en de tijd geraadpleegd en tot onze groote schrik ontdekt dat ’t vliegen zou zijn om de sneltrein naar Holland te halen – zonder twijfel correspondeerde de stoomtram met de trein – dat was alweer ‘t noodlottige half uurtje van ’s ochtends [marge: 154b]. Ventre á terre ging ’t naar B. op Z. – onderweg in een helling naar boven nog een gedeelte onberijdbaar door reparatie. In B. op Z. gaat mijn eene trapper los - dit geeft oponthoud, mijn Vrouw rijdt vooruit zou nog juist de trein gehaald kunnen hebben, ik zelf kom aangesukkeld en kan uit de verte [17] nog mee bijwonen dat de trein ’t station verlaat. – ’t Was jammer maar … geeft gelegenheid B. op Z. te bezoeken en kalm uit te blazen vóór de tocht per trein naar Delft wordt ondernomen.
Zeeland is een mooi land een bezoek per fiets waard.

Van Breda uit lijkt mij een volgorde: Tholen – Schouwen – Nd Beveland – Zd Beveland – Walcheren de aangewezene.

Transcriptie J. de la Hayze

Gerelateerd

Fietstocht door Zeeland 1901

Hs 5317

Gerelateerde dossiers

Journaal van mijn reis door Vrankrijk

Een reisje door Duitsland in 1862

Bericht uit het leger van Napoleon (1)

Bericht uit het leger van Napoleon (2)

Herinnering aan Mr. S. de Wind

Napoleon in Middelburg en Domburg in mei 1810

Wat vermag een vrouw

Beterschap

In dienst van de Garde Impériale

Een reisje naar Axel

Proeven met stinkhout

Brief uit Parijs

Reisje over de Surinamerivier in 1816

Londen in 1790/1791

Semen sabadillies

Vier Romeinse oudheden

Plunderingen in Middelburg in 1787

Kort Verhaal van een geweldig oproer voorgevallen binnen Middelburg in Zeeland van Vrijdag 29 junij

Journaal, gehouden op eene reis van Rotterdam naar Batavia en terug, met het Fregatschip Soerabaya,

Advies betreffende overspel van een predikant rond 1755

Dagboek Maria Johanna Schorer-van de Putte

Strafexpeditie naar de westkust van Guinea 1869

Twee zeldzame voorwerpen

Inzet van Europeanen als arbeiders in Suriname

De invasie van het Mogolse rijk in 1738

Verslag van beschietingen bij Aardenburg van 1 mei 1794 tot 13 januari 1795

Verzuchting van een afgewezen kandidaat

IJsvermaak in Kortgene

Castra Herculis of Witlam?

Zwerftochten langs de Westerschelde

Kort berigt van het beroemd Eijland Taiowan

Bezoek koning Willem III aan het Zeeuwsch Genootschap in 1862

Jan Wier als bestrijder van het bijgeloof

Zeeland gekend uit Zijne Munten en Gedenkpenningen

Weeklacht van het stoomjacht Stad Middelburg

Spotdicht op het gezantschap naar Engeland in 1695

Overgave van Middelburg 1944

Een fiets

Goud & tranen