Dossier: Bericht uit het leger van Napoleon (1)
Brief van Servaas Johannis den Boer aan J. Polderman (Hs 4444)
Wilsdruf den 28 Julij 1813
Mijn Heer en Vrind!
Ik neem de vrijheid UEd deze toe te zenden dewijl ik mij overtuigd houde dat UEd niet onverschillig is hoe ik het in mijn omstandigheden maak – terwijl ik u dit schrijf ben ik godlof nog gezond en welvaarend en heb aan niets gebrek dan geld en kleederen want betaalen werd hier in het geheel niet gedaan zo dat ik zelfs zo veel niet heb dat ik mijn Linnen kan laaten wassen goed kwartier heb ik, ik leg nu reeds over den vijf weeken in een kwartier en ik zal er blijven zo lang ik in Wilsdruf lig – ik heb heden de Wacht in het hospitael en schrijf u uit mijn Chambre de Garde deze Wacht heb ik van de drie dagen eens, zodat ik van de drie nachten er maar twee uit mijn kleederen gaan – de Hospitaalen zijn hier alle nog vol zieken en geblesseerden, gisteren avond zeer ontijdig ontfingen wij er nog 300 van Dresden – Men spreekt hier sterk van vrede, de wapenstilstand is weder tot den 20 Augustus verlengt. Veele gelooven dat st: Napoleon ons de Vrede zal aanbrengen. Morgen gaan ik naar Dresden voor dienst afseeren. Ik hoop de Turksche gezanten welke bij den keizer zijn als dan te zien. Veelligt weet UEd dat de perte twee Ambassadeurs naar Dresden heeft afgevaardigt ten Einde met Zijn Majesteit te confereeren – troepen trekken er [1v] nog bij aanhoudendheid door benevens geschut en allerleij krijgstuig ik lig in een kleine stad waar door alles trekken moet bijna iederen nacht hebben de burgers hier zwaare inkwartiering door dien dit plaatsjen aan de groote weg naar Dresden leid de burgers in Saxen moeten zeer veel lijden, dewijl hier niets gedistribueerd word dan op plaatsen daar vaste Etapes zijn nu hebben zij hier in Wilsdruf juist geen Etape en dit maakt het ongeluk der burgers uit want ons geheele Hospitaal dat dagelijks 180 daalders kost zonder de medicijnen moet door de burgerij bekostigd worden. Want geloofd mijn lieve vriend dat de franschen niets van dien aart contribueeren. Zijn Saxische Majesteid doet veel aan Zijn vrienden – het volk is hier even als het volk in holland en daarmede weet gij wat ik zeggen wil - ik denk zeer spoedig te Wemeldingen te zijn ik heb de middelen ter bekoming van mijn ontslag aan mijn famillie voorgeslagen ik hoop dat zij daar in zullen consenteeren. Ik verzoek UEd als gij in goes komt dienaan gaande eens met mijn vader of broeder te spreeken ik heb door een brief van Mijn broeder bericht ontfangen dat Mijn vrouw bij mijn vader ge eeten heeft, ik beken dat zulks mij zeer verheugd heeft ook schrijft hij mij dat de zaak het mijn vader thans zeer wel staat gode Zij dank voor deze Wending had dezelve over een jaar plaats gehad ik had nu in Saxen niet geweest maar dit is nu zo basta! – Intusschen solliciteere ik UEd de plaats alsnog voor mijn Vacant te houden Want indien mijn famillie in mijn voorslag accordeert [2] zo ben ik met october te huis.
Zo op het oogenblik treed mijn Chirurgijn Major binnen de Kamer, Zijn Edele verhaalt mij dat Zijn Majesteid naar parijs vertrekt dit zijn alle goede tijdingen – ik wenschte wel een geheelen dag UEd hier eens bij mijn te hebben Edog dit zijn ijdele wenschen. Wij hebben een Winter voorhanden als god mij den gelegenheid geliefd te vergunnen waar in ik UEd veel zal konnen verhaalen want ik heb al veel gezien. Egter moet gij mij nimmer dan dood Arm te huis verwachten.
Hier breek ik af naar de Hartelijke groetenis aan Ued ge*** familie als ook aan Mijn vrouw en kinderen zegt haar *** bij aanhoudendheid de beste gezontheid geniet en d*** hoop dat zij in alles voldoen zal het geen ik haar i*** mijn laaste brief geschreeven heb - groet voorts alle de Burgers van Wemeldingen en zegt hun dien naar Mijn vragen dat ik alle uuren ja Elke Seconde aan hun gedenke want zij zijn nimmer uit Mijn Gedachten.
En hier mede heb ik den Eer te zijn
Mijn Heer & Vriend
Uw Dw Dienaar en Vriend
S.J. den Boer, Ch. aide Maj***
[3] NO. 19 GRANDE ARMEE
Mons
Le Maire
de Wemeldingen
Departement Bouches d l’Escaut
Arrondissement et Kanton
de Goes
ter Goes
Er zijn stukken van de brief afgescheurd, De delen die ontbreken zijn met *** aangegeven.
Transcriptie J. de la Hayze.